Wanneer ben je hoogbegaafd?

Als ik dat hier nu in mijn blog zou kunnen vertellen, het zo zwart wit zou zijn, dan had ik allang een boek op mijn naam. Het is namelijk helemaal niet eenvoudig om vast te kunnen stellen wanneer iemand hoogbegaafd is en wanneer niet.

In dit blog licht ik 2 onderzoekers uit met ieder een eigen model over intelligentie en hoogbegaafdheid; meervoudige intelligentie van Howard Gardner (1983) en cognitieve en zijnsluik van Tessa Kieboom (2015). 

Twee stromingen

Er zou gezegd kunnen worden dat er grofweg 2 stromingen zijn in de wereld van hoogbegaafdheid:

  • Stroming 1: je wordt geboren met aanleg van hoogbegaafdheid. Het verwijst naar de potentie of het talent van een persoon. Als kinderen hun aanleg benutten kan het talent zich ontwikkelen. Hoogbegaafdheid zit in de genen.
  • Stroming 2: hoogbegaafdheid is meer dan een aangeboren talent. Intelligentie alleen is niet genoeg om hoogbegaafdheid te verklaren of voorspellen: ook ondersteunende sociale factoren en omgevingsfactoren spelen een rol (doorzettingsvermogen, kwaliteit van onderwijs). Hoogbegaafdheid moet je trainen.

Daarnaast zou je ook een onderscheid kunnen maken tussen hoog intelligent en hoogbegaafd. Maar ook dat is niet zo zwart wit als op papier, het kan soms wel helpend zijn om een beeld te schetsen van een kind of leerling. 

emotionele intelligentie

Meervoudige intelligentie (Gardner, 1983)

Ik licht zijn theorie graag uit, omdat Gardner de eerste was die sprak over verschillende soorten intelligenties. Hierdoor liet hij zien dat iedereen ‘knap’ was op zijn/ haar eigen manier. Persoonlijk spreekt mij dit ook aan en eerder schreef ik al eens een blog over meervoudige intelligentie

Gardner (1983) ging ervan uit dat iedereen een eigen soort of meerdere soorten intelligentie heeft. En dat wanneer hier rekening mee wordt gehouden iemand tot bloei kan komen. Hier vind je de 8 verschillende intelligenties >>

Gardner: “Het gaat er niet om hoe intelligent je bent, maar om hoe je intelligent bent.

meervoudig intelligentHelaas zagen latere wetenschappers dat het heel moeilijk was om de subvormen van intelligentie goed te meten. En weer andere gaven aan dat Gardner intelligentie verwarde met vaardigheden. Er werd nog voortgeborduurd op de theorie van Gardner. Mocht je hier meer over willen weten, dan hoor ik het wel. 

Emotionele intelligentie (EQ)

Nadat intelligentie verder werd uitgebreid met diverse vaardigheden, kwamen in 1990 Salovey en Mayer met een nieuwe term: emotionele intelligentie. EQ is het vermogen om door het uitdrukken van gevoel (expressie), zelfkennis en inlevingsvermogen (empathie) maatschappelijk succes te bereiken. Later werd EQ ook nog onderverdeeld in diverse vaardigheden. 

Wat vele wetenschappers gemeen hadden was dat zij intelligentie in relatie tot vermogens en vaardigheden zagen die nodig zijn om goed te functioneren in de huidige maatschappij. 

Het systeem en hoogbegaafdheid

Later (vanaf 1995) werden er diverse modellen geïntroduceerd waarbij onder andere gekeken werd naar het systeem/ omgeving van een kind (school, vrienden, gezin), persoonlijkheidsfactoren, prestatiegebieden en begaafdheidsfactoren. Vanuit daar is ook het model van Kieboom (2015) ontstaan. In figuur 1 hieronder vind je haar model.

zijnsluik tessa kieboom

Figuur 1: Het intelligentiemodel van Kieboom (2015)

Verschillende karaktereigenschappen worden beschreven binnen het ‘zijnsluik’ van hoogbegaafdheid. Zij hanteert geen strikte grens van een IQ>130 aangezien een kind met een gemeten intelligentiescore van 127 niet per definitie uitgesloten wordt van verder onderzoek naar hoogbegaafdheid.

De onderdelen van het ‘zijnsluik’

  • Perfectionisme – faalangst; ‘Dit gaat me toch niet lukken!’. Een kenmerk van hoogbegaafde kinderen is dat ze pas iets doen wanneer ze zeker weten dat ze het kunnen.
  • Rechtvaardigheidsgevoel: ‘De meester zei dat dit de regels waren!’/ Hoogbegaafde kinderen zijn vaak eerlijk en gehecht aan regels en beloftes. Wanneer je iets belooft, moet je dit ook nakomen.
  • Hypergevoeligheid: ‘Ik denk dat ze mijn vriendin niet meer wil zijn’. Kinderen zijn gevoelig op verschillende manieren, wat kan leiden tot angsten. Vaak maken ervaringen meer indruk en worden deze ook niet snel vergeten.
  • Kritische ingesteldheid: ‘Jij weet helemaal niets’. Vaak zijn de opmerkingen eerlijk, maar kunnen ze ook als pijnlijk of ongepast worden ervaren.

wanneer hoogbegaafdZo zie je dus dat er meerdere factoren van invloed zijn op de ontwikkeling van hoogbegaafdheid. Een hoge intelligentie leidt niet direct tot grote successen, hoge scores op toetsen en een top carrière. Ook de wetenschappers zijn nog volop bezig met onderzoek en er komen vast en zeker opvolg modellen van het ‘zijnsluik’.

Het is belangrijk stil te staan bij de verschillen per kind, ook al hebben hoogbegaafden ook specifieke persoonlijkheidskenmerken.

Wil je meer te weten komen over hoogbegaafdheid? Blijf me dan volgen voor meer informatie op sociale media. Ook hier verschijnen er meer blogs over hoogbegaafdheid. Wil je geen blog meer missen? Schrijf je dan in voor de waardevolle You&Me inspiratie mail. 

Lieve groet,
blog

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.